Passantenhotel

Door: Daan van Pagée | Fotografie: Joke van Vlijmen

Opeens had ik vrienden: dakloze Amsterdammers. Het gevoel van vrienden hebben had ik al eens eerder ervaren, toen ik als jongen van
achttien met mijn Suzuki de A10 op draaide. Dan hoor je er opeens bij! Al had ik maar 125 cc, voor de motorfamilie maakte dat niks uit. Een Goldwing Rider van 1200 cc begroet je in die wereld net zo makkelijk.

Passantenhotel in de Tweede                                                 Boerhaavestraat © HVO-Querido

Welke regie?
Het Passantenhotel Boerhaave is geen gewoon hotel. Een toeristenbus vol met Chinezen zal er niet stoppen. En een groep Italianen in hun trendy kleding zul je er niet ontmoeten. Net als in een gewoon hotel moet je in dit hotel in de Tweede Boerhaavestraat euro’s hebben om er te kunnen overnachten. Het grote verschil is: je moet dakloos zijn. En dat wil je niet, dakloos zijn. Om te bewijzen dat je dat wel bent, moet je ingeschreven zijn bij HVO-Querido, aan de Nieuwezijds Voorburgwal 298. Het Passantenhotel is onderdeel van deze instelling, een organisatie die mensen met een psychiatrische beperking of met sociaaleconomische problemen ondersteunt in hun streven om zelf – op- nieuw – de regie over hun leven te krijgen. Welke regie? Ik lig op mijn bed in een tweepersoonskamer van het Passantenhotel, wachtend op een nieuwe kamergenoot. Het weer in de spiegel verandert, de spiegel zelf niet. Ik hoor de kinderen zingen: ‘Advocaatje ging op reis, tiereliereliere; advocaatje ging op reis, tierelierelom… Het Passantenhotel is vroeger een lagere school geweest en dat is nog goed te herkennen aan de hoge vensterramen.

Junk, alcoholist, intellectueel
Zou mijn nieuwe kamergenoot een alcoholist zijn, getekend door tattoos? Of een junk, met de geur van Zwarte Afghaan uit de coffeeshop? Of een brave echtgenoot die samen met de vuilniszak op straat is gezet? Of zou ik mijn eerste nacht in het Passantenhotel alleen slapen, in een tweepersoonskamer? Gelukkig heb ik nog wel een postadres. Voor leuke berichtjes van familie, vrienden of de Goldwing Riders uit het verleden.

Human Highway, in het Oosterpark                                                                      © Joke van Vlijmen

Ik besluit er even tussenuit te gaan. In het Oosterpark zie ik een schoolklas met een juf. Ze doen spelletjes, wedstrijdjes, en verderop in het park Tai Chi beoefenaars onder de muziektent. Terug in het Passantenhotel duw ik nieuwsgierig de slaapkamerdeur open, om mijn kamergenoot te begroeten. Geen alcoholist. Geen geur van zweet of wiet. Geen brave echtgenoot, zo blijkt. Maar een intellectueel in een houthakkersblouse, iemand met een universitaire opleiding. Mijn kamergenoot Rutger heeft carrière gemaakt. Hij heeft in een villa in Amsterdam-Zuid gewoond en kocht zijn nieuwe BMW net zo makkelijk als een rookworst bij de HEMA. Wie heeft hier nu de regie…

Miljoen euro’s
Rutger sprak aangenaam, rustig. Niet onverschillig en overdreven, maar open en uitnodigend. De econoom was als insider bij de verzekeringsmaatschappij niet opgewassen geweest tegen de verleiding. Meer dan een miljoen euro’s had hij naar zijn eigen rekening gesluisd. Nu was Rutger ‘alles kwijt’: zijn vrouw en kinderen, zijn BMW, de villa in Amsterdam-Zuid, zijn geld, zijn bloeiende adviesbureau, zijn roem en reputatie. Rutger was een bijzondere passant in het hotel. Hij viel op door zijn vrolijkheid en verkoos in het restaurant van het hotel alleen aan een tafeltje te zitten: om van het eten te genieten. Maar ook al was Rutger alles kwijt, hij wilde voor geen goud terug naar de wereld van glitter & glamour. Hij voelde zich nu zo vrij als een vogel, in een wereld die ook bleek te bestaan.

© BMW

Rutger zat niet stil in een hoekje tussen daklozen Amsterdammers. Als vrijwilliger was hij op dinsdag de ‘directeur’ van de wasserette in het Passantenhotel. En buiten het hotel was Rutger vrijwilliger in de keuken van een inloop- huis voor dak- en thuislozen. Broodjes smeren. De afwas doen.

Roomboter of light
Het werd laat, die eerste avond in het Passantehotel. De volgende dag was Rutger alweer vroeg gevlogen. Net als in een echt hotel kun je hier rustig van je ontbijt genieten. Je hebt er de keuze uit diverse soorten kaas, vleeswaren, brood, roomboter of light, verse koffie of thee, jam en honingkuipjes. Je hoeft je niet te haasten voor een of andere bestemming. ‘Ik wil hier er nooit meer weg’, hoorde ik een hotelgast zeggen. Daar heeft de directie van het hotel wat op bedacht: maximaal zes maanden. Wel begrijpelijk dat je niet meer weg wilt. Heb je eindelijk vrienden…! #