Vuurspuwers op de open dag in het Science Park


Tekst: Daan van Pagée

U bent van harte welkom, gekleurde ballonnetjes dansen feestelijk in de wind, de zon schijnt vrolijk aan een strakblauwe hemel en de poorten van Amsterdam Science Park staan voor iedereen wagenwijd open.

Alle veiligheidspoortjes aan de ingang van het Nationaal instituut voor subatomaire fysica staan op groen. Niemand hoeft in of uit te checken. Een vriendelijke studente in een zwart T-shirt met het logo van het Nikhef heet mij van harte welkom op deze open dag in het Science Park. Samen met andere belangstellenden maak ik al snel gebruik van de mogelijkheid om via een experiment dichter bij het wezen van de natuur te komen. In een glazen kom, zo’n kom waar ze in het buurtrestaurant de Kraaipan de salade mee opdienen, hangen nu koperen strips geladen met meer dan 1000 volt – afwisselend plus of min. Je kunt er een opdonder van krijgen, maar door het lage ampèregehalte is het niet dodelijk. In het Nationaal instituut voor subatomaire fysica zijn ze niet bang voor de ‘duistere kanten’ die aan de wetenschap kleven.

Van experiment naar Walibi
Een wit pingpongballetje, zo stralend wit als het gebleekte gebit van een RTL Boulevard presentator, wordt voor deze gelegenheid pikzwart geverfd. In die verf zitten metaaldeeltjes, anders werkt het experiment niet. De wetenschapper in spe rolt het zwarte pingpongballetje in één lijn over een koperen strip met een lading van 1000 volt, en er gebeurt helemaal niks. Vervolgens geeft de aankomend wetenschapper het zwarte balletje een klein zetje in de rug, de grote truc… en het balletje rolt met groot succes over de plus én over de min. Het pingpongballetje beweegt sneller en sneller, energie in actie, en in gedachten zie ik de metaaldeeltjes in de zwarte verf genieten van de middelpuntvliedende kracht, met de armen in de lucht, zo blij als kinderen in Walibi.

De Condor neemt je mee in haar klauwen voor een duizelingwekkende vlucht op Walibi.

Nadat het experiment zijn werking heeft bewezen en de andere belangstellenden al in de richting van een ander experiment zijn vertrokken, vraag ik aan de jonge wetenschapper die intussen met zijn werkhandschoen van de Praxis het zwarte pingpongballetje uit de glazen slakom vist, of hij me iets kan vertellen over de deeltjesversneller uit de Watergraafmeer die recentelijk definitief is gesloopt. Hij vertelt dat wetenschappers van Philips in de jaren zestig nog fundamenteel onderzoek in de wetenschapsbunker hebben gedaan en dat die later als lineaire deeltjesversneller is gebruikt. ‘Tot in de jaren negentig. Maar als je écht iets van deeltjesversnellers wilt weten,’ vertelt hij met zijn vingers gekruld om het zwarte pingpongballetje, ‘over vijf minuten begint er een minilezing op de derde etage van het Nikhef-instituut.’

Bijzonder hoogleraar
Even later zit ik op de eerste rij in de collegebanken van het Nikhef. Net als in de Intercity naar Den Haag Centraal klap ik hier midden op het Science Park een handig uitklaptafeltje uit en gewapend met pen en papier wacht ik op de aftrap van de lezing. Paul de Jong is als bijzonder hoogleraar Experimentele Hoge Energie Fysica verbonden aan het Nikhef en zijn hand rust op een doorsnede van een maquette van ’s werelds grootste deeltjesversneller, de 27 kilometer Large Hadron Collider (LHC) van het CERN, in het Zwitserse Genève. De collegezaal zit vol en op het projectiescherm is te lezen: ‘Wat kunnen we in 2015 verwachten van de LHC?’

© Het Klokhuis

Pubers
Eigenlijk weet ik allang hoe een deeltjesversneller werkt. Want ik heb thuis ook een computer die verbonden is met internet en voor zulke ‘ingewikkelde’ zaken ga ik eerst altijd naar de website van Het Klokhuis. Met dat vrolijke melodietje als aanloop naar de uitzending over de deeltjesversneller zit de stemming er meteen goed in. Twee pubers lopen over een pad met herfstbladeren tussen een schutting en een heg. ‘Vind je het niet fascinerend waar we vandaan komen?’ vraagt puber één met een lyrische stem en een dromerige blik aan de tweede puber. ‘Nee, we komen net van school, niks fascinerends aan.’

Verderop in de uitzending vertelt Bart Meijer, de enthousiaste presentator van Het Klokhuis, hoe je bij het binnenste van het binnenste van al onze materie kunt komen: door het te slopen. Met een mes klieft hij in het restaurant waar ook de onderzoekers van het CERN lunchen een gekookt ei in twee stukken. Het Klokhuis is namelijk op visite geweest bij ’s werelds grootste deeltjesversneller een uitzending die u écht niet mag missen! (http://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/166/Deeltjesversneller)

Bart Meijer, de enthousiaste presentator van Het Klokhuis © Klokhuis

Big Data
Terug in de collegebanken van het Nikhef toont professor Paul de Jong ons de grafieken met de meetresultaten van de afgelopen jaren, en er is al heel wat bereikt. De onderhoudswerkzaamheden en verbeteringen aan de deeltjesversneller zijn voltooid en in 2018 wordt er ‘Big Data’ verwacht. Dat zijn geen reuzen, maar de resultaten van het onderzoek naar wat er via de frontale botsing van nucleaire deeltjes ontstaat. Want in 2018 gaat de deeltjesversneller pas écht op volle toeren draaien, vertelt De Jong, die ook nauw betrokken is bij het onderzoek in het CERN.

Dat het ook mis kan gaan illustreert hij met de foto die hij vervolgens op het beeldscherm klikt: die van een geknakte deeltjesversneller. In 2008 bleek één stroomdraadje in een van de leidingen diep onder de grond niet goed geïsoleerd waardoor oververhitting plaatsvond. Gevolg: een explosie en een gat in een deel van de 27 kilometer lange pijp van de deeltjesversneller. Maar ja, als je als geleerden uit heel de wereld jarenlang de koppen bij elkaar hebt gestoken om samen een deeltjesversneller te bouwen, dan laat je je op zoek naar het kleinste deeltje materie niet zo makkelijk uit het veld slaan. Zeker niet door een ongeluk met één slecht gesoldeerd draadje van een technicus of onderhoudsman die even zijn dag niet had. Aan het eind van de lezing is er gelegenheid voor vragen. Over de snarentheorie. Over donkere materie. Over quark-deeltjes. Over zwarte gaten. En over wat het nu eigenlijk kost om zo’n deeltjesversneller te realiseren.

AMOLF
Ook al zit mijn hoofd vol met kennis over kosmische straling en over dat mysterieuze Higgs-deeltje, ik stap toch ook nog even bij Instituut AMOLF binnen, de buren van Nikhef. Het instituut is toonaangevend in de moleculaire fysica en heeft prachtige nieuwe huisvesting betrokken in het Science Park. Dat blijkt een goede zet, want dit wetenschapsbolwerk zit vol met ontspanning. Zoals dat experiment met vuur en muziek. Een student die ook heel verdienstelijk elektrische gitaar speelt, blijkt invloed te kunnen uitoefenen op een holle buis met gaatjes waar vuur uit komt. Bij een harde aanslag komen er vuurspuwers door kleine gaatjes tevoorschijn. En wanneer de wetenschappelijk onderlegde gitarist de snaren fluisterzacht beroert, worden de vuurspuwers weer waxinelichtjes. #

Japanse strijdkreet vanuit de Q-Factory

Tekst: Daan van Pagée | Fotografie: Hans van den Bosch

Wij westerlingen raken regelmatig verstrikt in ons rationele gekrakeel, de Japans taiko-drummers helpen ons met een eeuwenoud recept. Het heeft te maken met eenvoud, muziek, ritme, concentratie, ademhaling, lichaamshouding, loslaten, elkaar kunnen vinden, je eigen choreografie ontdekken, emancipatie en balans.

Gen Hidaka is een Japanner die afkomstig is uit Kyoto en in Canada studeerde, vlak bij Toronto. Op een dag ging hij naar een optreden van de wereldberoemde groep Yamato – The Drummers of Japan en toen wist hij het zeker… Nu speelt Gen zelf als drummer in Yamato en reist hij de hele wereld over. Toch weet de muzikant tijd vrij te maken voor Amsterdam-Oost met workshops en cursussen. Op zondag 29 mei organiseert de Yamato Taiko School een ‘Taiko Drum Festival’ in de Q-Factory aan het Atlantisplein in winkelcentrum Oostpoort.

Workshop Japans taiko drummen
De workshop Japans taiko drummen begint met een Japanse welkomskreet: in één klap vangt Gen Hidaka alle aandacht. Stap twee: opwarmingsoefening vocaal, klanken waarbij de lucht ongehinderd door de mond naar buiten komt. Nu zijn de cursisten aan zet om aan de volumeknop van hun eigen welkomskreet de draaien. Stap drie van de opwarmingsoefening: beweeg je lichaam zoals je dat zelf wil, armen in de lucht, door de knieën, zwieren, zwaaien, draaien met de heupen, je schouders, springen, huppelen. ‘Gaat alles oké?’, vraagt de cursusleider. Stap vier: de polsen. Maak je polsen soepel, draai linksom, draai rechtsom. Stap vijf, de laatste opwarmingsoefening: de trommelstokken, het slaghout, de eerste klap op de traditionele Japanse taiko-drums. In hun eigen ritme ontdekken de cursisten wat het effect is van hun bewegingen, en alles bij elkaar doet het mij denken aan het stemmen van de instrumenten van het Nederlands Philharmonisch Orkest vlak voor de ouverture écht begint. Opnieuw vraagt Gen Hidaka of alles oké is…

De ouverture
Nu is het tijd voor het echte werk, de concentratie. Aandachtig kijken de cursisten toe hoe Gen Hidaka beide armen in de lucht heft, het slaghout wijst een paar seconden doodstil naar het plafond. De Japanse drumleraar geeft een ritme aan en de cursisten antwoorden met hetzelfde ritme. Een vraag-en-antwoordspel. Het ritme word gecombineerd met een vocale bijdrage, een Japanse strijdkreet. De schroom van je afwerpen, niet meer bang zijn voor je eigen geluid, zo’n strijdkreet kan wat agressief overkomen – gaat alles oké, vraagt de Japanse drumleraar wederom… Het ritme wordt opgevoerd en hetzelfde geldt voor het vocale volume van de cursisten. Communiceren met geluid en elkaar weten te vinden. De ouverture bereikt haar finale wanneer in de repetitieruimte alle registers opengaan. Dan neemt de drumleraar gas terug en landen alle cursisten weer veilig om de grond van de Q-Factory. En opnieuw vraagt Gen Hidaka of alles oké is…

Nee, niet alles is oké!
In gedachten slinger ik mijn notitieboekje van de Dwars door de buurt-krant in de hoek van de oefenruimte, want ik wil zelf ook graag meedoen, weg van de zijlijn. Dat is wat het Japanse taiko drummen met mij doet, het nodigt mij uit om zelf ook de trommelstokken ter hand te nemen, en het gebeurt allemaal bij u om de hoek in de Q-Factory tegenover de Quick Shoe Service en de Action. Maar voor een ‘buurtjournalist’ van de Dwars-krant kan dat nu nog even niet. Dus doe ik het met mijn pen dansend op papier, met elke letter de Japanse Yamato taiko-choreografie een klap verder voerend over die drempel van mijn eigen beperking.

En terwijl drumleraar Gen Hidaka samen met zijn cursisten de traditionele Japanse drums, de taiko’s weer laat spreken, wandel ik in gedachten gewoon weer even door het Flevopark, dit keer onder muzikaal gedonder uit Japan. Mijn schroom en angsten achter mij latend waag ik de sprong en vraag aan Femke Halsema of ik een paar meter met haar op mag lopen. ‘Nee eigenlijk niet,’ antwoordt Femke, alsof ik met een wetsvoorstel kom waar geen enkele redelijkheid in te vinden zou zijn. ‘Mag ik mezelf dan even aan je voorstellen’. ‘Nee eigenlijk ook niet.’ Dan draait Femke zich om en zegt dat ze niet meer aan politiek doet. ‘Ik stond naast je in de Dwars door de buurtkrant met mijn verhaal over de Amsterdamse Vriendendiensten,’ antwoordde ik. Halsema gunt mij haar glimlach en we wensen elkaar een fijne dag!

Femke Halsema                                                                  foto: Tessa Posthuma de Boer

Nieuwe cursist
Terug in de oefenruimte. De workshop Japans taiko drummen eindig met een optreden van Gen Hidaka en Melanie, een gevorderde beoefenaar. Het wordt een show met inhoud waarbij de odaiko, de grootste taiko-drum, een hoofdrol krijgt.  Na afloop van de workshop Japans taiko drummen spreek ik met een enthousiaste deelnemer bij de ingang van de Q-Factory. De splinternieuwe cursist van de Yamato Taiko School vertelt mij over het Japanse Bloesempark in het Amsterdamse Bos, een geliefde plek voor de Japanse gemeenschap. En dat de bomen een gift zijn van de Japanse vrouwenvereniging in Nederland. En nu heeft zij de Yamato Taiko School ontdekt in de Q-Factory. #

www.yamatodrummers.com/amsterdam Facebook: Yamato Taiko School

Japanse Bloesempark in het Amsterdamse Bos                              © Edwin van Eis

We Doen Het Samen!

Ballroomdansen ‘We Doen Het Samen’                                         © Wijkopbouworgaan Oost

Tekst: Daan van Pagée

In juni 2003 werd het burgerinitiatief ‘We Doen Het Samen’ van de Stichting Wijkopbouworgaan Oost door de gemeente Amsterdam uitgeroepen tot een van de waardevolste burgerinitiatieven van de stad. Om die waardering body te geven ontving het project een geldbedrag van tienduizend euro.

Ja, de gemeente zag het goed, want ‘We Doen Het Samen’ is inmiddels al zestien jaar springlevend! Zelf meedoen is het advies van Wijkopbouworgaan Oost en dat werkt. Buurtbewoners boven de 55 jaar maken gebruik van deze mogelijkheid om samen iets gezelligs te gaan doen. Ballroomdansen, busreizen, wandelen, gymnastiek op muziek, yoga, schilderen, leesgroep of sjoelen. Deze keer gaat mijn voorkeur uit naar een activiteit waarbij toeval een prominente rol mag vervullen. Bingo!

Ballerina
Helaas, de bingoavond is net geweest, dus het wordt toch ballroomdansen. Zelf kom ik uit de heavymetal-familie Rammstein, ‘Gott weiß ich will kein Engel sein’ – maar toch druk ik op de deurbel van de Teslatoren aan de Middenweg. Bijna alle tafeltjes zijn uit de activiteitenruimte verdwenen en de stoelen staan in een kring tegen de wand. Bij de ingang zit Ingrid die mij van harte welkom heet. Een middagje ballroomdansen kost slechts 1,75 euro en dat is inclusief een hapje en een drankje. De begeleiding is in handen van Piet Wijnand, strak gekleed, haren gekamd, snor geknipt. Elegant schuiven zijn zwarte lakschoenen over de vloer terwijl uit de geluidsboxen ‘Love Is A Burning Thing’ van Johnny Cash klinkt.

© Johnny Casch

Naast mij zit Ernst met zijn vrouw Hansje, 60 jaar getrouwd en dus een huwelijk van diamant. Hansje is 83 jaar en ik hoop dat ze mij de dansvloer
op sleurt. Hansje is de ballerina van de ballroom. Of het nu gaat om de Engelse wals, tango, quickstep, slowfox of Weense wals, zij verandert de activiteitenruimte van de Teslatoren in een VIP-plek. Dansen heeft iets te maken met passie, je laten leiden en volgen, waarin het contact tussen de danspartners centraal staat, en waar de focus gericht is op verbinding. Ik neem nog maar een blokje kaas met mosterd en nog een zoutstengel uit een limonadeglas. #

Heeft u zin om mee te doen met een van de activiteiten van ‘We Doen Het Samen’, bel dan op dinsdag en donderdag van 9.00 tot 12.00 uur met Yvonne Wissink van wijkopbouworgaan Oost, tel. 020-6939923, www.wijkopbouworgaan oost.nl.

De Kraaipan zoekt voor de dinsdag een nieuwe chef-kok

Tekst: Daan van Pagée | Fotografie: Ienske Meindersma

‘Mag ik even jullie aandacht? Hallo, even aandacht graag…’ Een vriendelijke, krachtige stem klinkt door de ruimte. Dat gebeurt wel vaker in het bomvolle buurtrestaurant op de dinsdagavond, voor een huishoudelijke mededeling bijvoorbeeld of voor een culinair eetadvies: maak geen Indische stamppot van de verschillende Indische gerechtjes op je bord, maar proef de diversiteit, en de sambal is erg heet…

Het is niet eenvoudig om een eetzaal stil te krijgen wanneer je net begonnen bent aan een voorgerecht waar je de hele week al van droomde: preitaart met kaas voor de vegetariërs of quich voor niet-vegetariërs. Maar het krachtige stemgeluid van Joke Soolsma, coördinator van wijkservicepunt Kraaipan, helpt mee. Adrienne Cramer vertelt dat ze ermee gaat stoppen. Een collectief ‘óóóóóhhhh’ galmt door het buurtrestaurant.
Nog dezelfde week zit ik opnieuw in het restaurant aan de Hofmeyrstraat 67, dit keer alleen met Adrienne, om haar te interviewen, want haar werk wordt gewaardeerd. Aandacht in ‘Dwars door de buurtkrant’ levert wellicht ook een nieuwe held op voor het buurtrestaurant.

Wanneer dacht je: kom ik ga vrijwilligerswerk
doen als kok in buurtrestaurant Kraaipan?
‘Er waren destijds buurtgesprekken over armoede en eenzaamheid georganiseerd door Dynamo, kort daarna ben ik gewoon begonnen met KOOK.OOST, later kreeg ik een eenmalige kleine subsidie van het stadsdeel, we draaien kostenneutraal dus dat geld is nog steeds niet op. Alles eigenhandig gemaakt, dus geen pakjes of zakjes, en bereid
met verse ingrediënten. Dat viel in de smaak en nu is het uitgegroeid tot een gezellige eetfamilie op de dinsdagavond in buurtrestaurant Kraaipan. Sinds vorig jaar zijn we een officieel project van Dynamo, hierdoor zijn de vrijwilligers die meehelpen verzekerd en ze hebben tijdens het werk recht op een consumptie en op een gratis maaltijd.’

Hoeveel vrijwilligers helpen er mee in de keuken?
Zes, waarvan enkele al vanaf het eerste uur. Samenwerken met vrijwilligers is een feestje omdat iedereen goed gemotiveerd is en daarom met plezier meehelpt. De DWI (Dienst Werk en Inkomen) zag wel wat in KOOK.OOST en kwam op visite. Via de DWI zijn er kandidaten ‘verplichte vrijwilligerswerkers’ bij ons komen werken om werkervaring op te doen, richting een betaalde baan. Daar zijn we als KOOK.OOST ook een tijdje op ingegaan, met wisselend succes. Aangezien ik zelf vrijwilliger ben vond ik het niet gepast om over mijn collega vrijwilligers naar het DWI te rapporteren over hun functioneren. De vrijwilligersploeg is een gezellige groep en twee keer per jaar organiseer ik een leuk uitje, bootje varen of een lekkere lunch.’

Op donderdag, vrijdag en zondag kun je ook in het buurtrestaurant eten, maar dan moeten de bezoekers wel eerst reserveren. Op dinsdag hoeft dat niet. Waarom niet?
‘Uit ervaring weet ik dat er bezoekers zijn die het moeilijk vinden om te reserveren. Of ze weten op vrijdag gewoon nog niet wat ze op dinsdag gaan doen. Daarom hou ik de drempel laag, iedereen is hier welkom en voor de inkopen maakt het niks uit, want ik koop altijd in voor een volle bak. Ja, mijn gerechten zijn populair, koken is mijn passie en ik zie het als de meest vergankelijke vorm van kunst met een dankbaar effect.  

Waarom ga je ermee stoppen?
Om persoonlijke redenen. Mijn ervaring als kok heb ik altijd goed kunnen inzetten als vrijwilliger bij de stichting Dynamo, waar het buurtrestaurant nu onderdeel van is. KOOK.OOST is mijn kindje en ik doe er alles aan om het succesvolle kookproject ook na mijn vertrek goed te laten functioneren.’

Waar moet de nieuw chef- kok in het buurtrestaurant aan voldoen?
Ik zoek een nieuwe kleine Escoffier. De grootmeester Auguste Escoffier is de grondlegger van de internationale kookkunst. Zijn culinaire genialiteit en zijn hervormingen in de organisatie van grote keukens is voor mij een belangrijke inspiratiebron. De laatste tien jaar van zijn leven heeft Escoffier er zich ervoor ingezet om zijn culinaire genialiteit ook bereikbaar te maken voor de minderbedeelden, zo kookte hij jarenlang voor de daklozen in Parijs. Het buurtrestaurant zoekt een chef-kok die goed kan koken en er plezier in heeft om dat samen te doen met een enthousiast team. En maaltijden te bereiden voor een uitdagende groep buurtbewoners. Ik help in de overdracht graag mee om de nieuwe chefkok wegwijs te maken in de keuken van buurtrestaurant Kraaipan.’

Laatste vraag: heb je al een idee wat het afscheidsmenu
in buurtrestaurant Kraaipan gaat worden?
‘Het voorgerecht wordt een salade niçoise. Dat is een klassiek gerecht met onder meer ansjovis, tonijn, aardappel, boontjes en ei. Het gerecht is vernoemd naar de Franse stad Nice. Hoofdgerecht: tournedos Rossini, een haasbiefstuk op een in jus gedrenkte croûton, geserveerd met in boter gebakken ganzenleverpaté en enkele plakken truffel, besprenkeld met madeira. Het dessert wordt een echte klassieker: pêche melba – perzik met roomijs, vanille, saus van frambozen, poedersuiker en een beetje citroensap en ge- schaafde amandelen. Escoffier serveerde het in 1893 in het Hotel Savoy in Londen terere van de bekende Australische zangeres Nellie Melba.

Buurtrestaurant Kraaipan is gevestigd in wijkservicepunt Kraaipan aan de Hofmeyrstraat 67. Dynamo vindt het belangrijk dat alle bewoners kunnen meedoen in hun omgeving. Zij stimuleren en ondersteunen bewoners om actief deel te nemen aan de samenleving zodat niemand aan de kant hoeft te staan.

Heeft u interesse om elke week of enkele keren per maand op de dinsdag te koken voor een groep van max. 45 buurtbewoners in een moderne keuken? En heeft u leidinggevende capaciteiten om samen met een enthousiast team maaltijden te bereiden in buurtrestaurant Kraaipan?Neem dan contact op met Joke Soolsma, coördinator van het wijkservicepunt Kraaipan, telefoon 06 49 35 63 61. #

Gezondheidscentrum Vrolikstraat en de Makkie-ervaring van filosoof Stine Jensen

Tekst: Daan van Pagée

Bij de stichting Buurtzorg in het Gezondheidscentrum Vrolikstraat werken geen managers of hoofdwijkverpleegkundigen. En als vrijwilliger van het Flevohuis ontmoette ik filosoof Stine Jensen samen met de wandelclub ‘de weg kwijt’

De Zoete Appel
Terwijl bouwvakkers vlakbij nog druk bezig zijn met het strippen van het oude Paroolgebouw aan de ooit zo roemruchte mediastraat de Wibautstraat, herken ik de streetview beelden van het Gezondheidscentrum Vrolikstraat. Binnen in de ontvangsthal ga ik op zoek naar een receptioniste die ik via een ruime wenteltrap op de eerste etage vind. Op deze etage van het Gezondheidscentrum zijn twee huisartsenpraktijken, de diëtisten van De Zoete Appel en de Logopediepraktijk Oost gevestigd. Via dezelfde wenteltrap ga ik weer naar beneden, want daar bevind zich het kantoor van Buurtzorg.

Nog voor ik een vraag kan stellen aan wijkverpleegkundige Rinkje Sorgdrager van stichting Buurtzorg, wandelt fysiotherapeute Annemarie Beintema binnen, samen met Marry Veenstra in haar rolstoel. Het is geen afgesproken werk maar een spontaan idee om mee te werken aan
dit verslag over het nieuwe Gezondheidscentrum. Marry bekijkt het leven vanuit haar rolstoel en wil als bezoeker van het Cancer Care Center graag via deze huis-aan-huis- krant haar ervaring delen met buurtbewoners uit Amsterdam Oost. Marry is vooral enthousiast over de behandeling en zorg die ze krijgt als cliënt van Annemarie Beintema, oncologiefysiotherapeute en initiatiefnemer van het Cancer Care Center.

Annemarie Beintema en Marry Veenstra                                                                      © Hans van den Bosch

Zelfstandigheid
Marry vertelt: ‘ik vind het belangrijk om als gehandicapte zelfstandig te kunnen zijn, en ze helpen hier graag mee om die zelfstandigheid ook daadwerkelijk te realiseren’. Zo is ze bijvoorbeeld gevraagd om advies te geven over de rolstoeltoegankelijkheid van het Gezondheidscentrum, en daar hebben mensen zonder bewegingsbeperkingen nu ook profijt van. Zelf ervaart ze het als een groot voordeel dat alles hier onder één dak zit: huisartsen, fysiotherapie, de yoga. Maar ook voor de logopediste, de diëtist en de apotheek kun je in Gezondheidscentrum Vrolikstraat terecht. Oncologiefysiotherapeute Annemarie Beintema realiseerde hier in samenwerking met FysioHolland een samenhangend zorgaanbod, want na de behandeling van kanker is nazorg essentieel voor een goede kwaliteit van leven.

Buurtzorg
‘Stichting Buurtzorg is een brede thuiszorgorganisatie zonder hoofdwijkverpleegkundigen, zonder managers, zonder hiërarch en het werk doen we met elkaar’, vertelt Rinkje Sorgdrager. ‘Met kleine teams gaan we de wijk in om buurtbewoners die zorg nodig hebben, en die dat ook écht zelf niet kunnen, te helpen met bijvoorbeeld het verzorgen van een wond of het toedienen van medicijnen. Ook ondersteunen we familie en mantelzorgers, om hen zo veel mogelijk zelfstandigheid te bieden.’

Elke dag een wereldreis
‘Elke dag een wereldreis in Amsterdam Oost,’ vertelt Rinkje, ‘want in deze wijk leven heel veel verschillende culturen, en al die culturen hebben soms gewoon thuiszorg nodig’. ‘Zo ga ik vanmiddag naar “Marokko” om een Marokkaanse man te helpen met uitkleden, douchen en weer aankleden, en een straat verderop ben ik in “China”, en daarna nog even naar een Pakistaanse vrouw met een nieuw setje steunkousen. Zelfredzaam maar niet alleen, daarom zijn we als thuiszorgorganisatie ook zo blij dat de Alphega Apotheek Vrolijk in dit Gezondheidscentrum is gevestigd. Heel praktisch als we toch nog wat extra verband, paracetamol of pijnstillende pleisters nodig hebben’.

Wandelclub ‘De weg kwijt’
Rinkje Sorgdrager is geen vreemde voor mij, want op de woensdagmiddag loop ik als vrijwilliger van het Flevohuis mee met de wandelclub ‘De weg kwijt’ een initiatief van Buurtzorg zelf. Samen met andere vrijwilligers en met ouderen en dementerenden die gebruikmaken van deze dagbesteding van het Flevohuis, gaan we dan wandelen in het Flevopark. Filosoof Stine Jensen zag wel wat in die wandelclub en stond, samen met de tv-camera’s van de Humanistische Omroep, een paar maanden geleden op de stoep van het Flevohuis aan het Kramatplantsoen om opnames te maken voor haar tv-serie ‘Dus Ik Ben’.

Stine Jensen samen met An Beek-Kok                                                                    © Humanistische Omroep

In een aflevering over ‘Ik & mijn geld’ laat zij zien dat geld van alles symboliseert: vrijheid, onafhankelijkheid, geluk, veiligheid. Geld speelt een grote rol in ons leven, vertelt de filosoof aan het begin van de uitzending. Geld heeft macht over ons, het heeft ons in zijn greep. In het slot van het programma spreekt ze de wens uit: ‘ik zou wel wat onvoorwaardelijker in het leven willen staan’ en via haar laptop ontdekt ze de wandelclub ‘De weg kwijt’. De filosoof wordt vrijwilliger in het Flevohuis en gaat samen met de wandelclub wandelen in het Flevopark. Als beloning voor haar vrijwilligerswerk ontvangt ze ‘geld’ in de vorm van een aantal Makkies, een lokaal ruilsysteem in Amsterdam Oost.

Wat zijn Makkies?
Makkies kan je verdienen als je voor een buurtbewoner of een organisatie in de Indische Buurt een klus doet of vrijwilligerswerk verricht, bijvoorbeeld bij de wandelclub ‘De weg kwijt’. Daarmee help je de buurt én jezelf. Want met gespaarde Makkies vind jij weer de helpende hand van een buur of kun je bijvoorbeeld voor één Makkie een heerlijk bakkie koffie drinken bij Bar Joost, een bruisende buurtbar in de Molukkenstraat. Of een creatieve workshops volgen bij Tante Gerritje aan de Valentijnkade, of naar een uitvoering van het Nederlands Philharmonisch Orkest op het Obiplein.


TV- opnames Humanistische Omroep
Terug naar de uitzending van de Humanistische Omroep. In de binnentuin van het Flevohuis wandelt filosoof Stine Jensen samen met An Beek-Kok, een vrolijke dame van vijfentachtig jaar. De tv-camera’s van de Humanistische Omroep staan op scherp en de filosoof vraagt aan An: ‘Wat is écht belangrijk in het leven?…’ ‘De liefde,’ antwoordt An en ze vraagt aan Stine: ‘Heb je een man… een vriend?’ De filosoof wendt haar ogen ten hemel: ‘Nee…’ Daar gaat het om, om de liefde’.

De aflevering ‘Ik & mijn geld’ is terug te zien via Uitzending gemist. Dan kunt u ook zien dat Stine Jensen haar verdiende Makkies als vrijwilliger van het Flevohuis doorgeeft aan de glazenwasser. Want die heeft alle kernwoorden van de filosoof uitgewist, woorden die zij aan het begin van de aflevering op haar vensterraam had geschreven. Toch pakt de filosoof opnieuw haar viltstift…#

© Stine Jensen

De deeltjesversneller uit de Watergraafsmeer

Tekst: Daan van Pagée / illustratie ‘Deeltjesversneller’ John Prop

Maandenlang weerkaatsten tussen het Science Park, het Flevopark en tegen de lange muur van de Joodse begraafplaats aan de Valentijnkade de klappen van de sloophamers van de firma Beelen. Meters dikke muren met kluwen betonstaal getuigde van wetenschappelijke experimenten waar over was nagedacht.

De sloophamers van de firma Beelen                                                                          © firma Beelen

Achterafje in de Watergraafsmeer
De wetenschapsbunker uit
 de jaren zestig werd 20 jaar geleden nog als lineaire deeltjesversneller gebruikt en is pas recentelijk definitief gesloopt. Dit terwijl ’s werelds grootste deeltjesversneller,
de 27 kilometer lange Large Hadron Collider (LHC) van
 het CERN, de Europese Raad voor Kernonderzoek, in het Zwitserse Genève gewoon wekelijks de onderzoeksresultaten naar het Science Park stuurt. Want waar de politiek en de overheid hun uiterste best doen om de grenzen van onze rechtsstaat te verdedigen en ons te beschermen tegen radicalen, zoeken wetenschappers die grens juist op, in een poging erdoorheen te breken en het allerkleinste deeltje materie op te sporen.

Zoals destijds, ergens op een achterafje in Watergraafsmeer, in een wetenschapsbunker, op zo’n plek waar je als gewone buurtbewoner niks te zoeken had. Nu, 45 jaar later, hebben de nieuwbouw, de bedrijfspanden en de woningen dit achterafgebiedje ook ontdekt. Zo kreeg het instituut AMOLF, toonaangevend in de moleculaire fysica, er een prachtige nieuwe huisvesting. Enig minpunt: het droevig stemmende uitzicht op een werkloze wetenschapsbunker uit de jaren zestig. De firma Beelen wist daar
wel een oplossing voor. Of het nu gaat om de sloop van een fabriek of om het ontmantelen van een complete energiecentrale. De klappen van hun sloophamers weergalmden soms zelfs in het weekend.
Het Science Park in Water- graafsmeer is springlevend, de bunker is verdwenen en de wetenschap is dichterbij dan ooit, de trein stopt er bijna voor de deur. Gewoon even met je eigen OV-chipkaart in- en uitchecken op Amsterdam Science Park.

Wetenschap
Wanneer je wilt weten wat er allemaal in een zakje tomatensoep zit, kun je dat in de supermarkt op de achterkant van de verpakking lezen. (Om u een loopje naar de Appie te besparen, die ingrediënten zijn: aardappelzetmeel, tomatenpoeder (30%), suiker, zout, tarwebloem, gistextract, plantaardige olie, paprika-extract, gedroogde glucosestroop ui en specerijen, voedingszuur: citroenzuur: kruiden (bevat selderij), antiklontermiddel: siliciumdioxide, natuurlijke aroma.)

Maar als je precies wilt weten wat er in het binnenste van het binnenste van het binnenste van onze materie zit, dan ga je naar Zwitserland. Daar steken wetenschappers vanuit de hele wereld al jarenlang hun pientere koppen bij elkaar om fundamenteel onderzoek te doen naar elementaire deeltjes. Ze stoppen moleculen in een deeltjesversneller en laten die op topsnelheid komen door ze in een cirkel van 27 kilometer warm te laten draaien. Waarna diezelfde wetenschappers een botsing creëren waarvan ze zelf niet precies weten wat die hen te vertellen heeft. Net als in de politiek, waar in de Tweede Kamer via de interruptiemicrofoon met eenzelfde soort techniek wordt gecommuniceerd: via botsingen. Zo’n confrontatie kan interessant zijn wanneer de samenleving er voordeel en profijt van ervaart.

Deeltjesversneller                                                                                                 © CERN in Zwitserland

Sporenonderzoek
Op 14 februari 2013 verscheen in de Volkskrant het bericht dat de deeltjesversneller in Zwitserland twee jaar met sabbatical was. De wereld draait door en dus worden, om bij de elementaire deeltjes van onze rechtsstaat te komen, bepaalde delen van diezelfde rechtsstaat links- dan wel rechtsom in de politieke deeltjesversneller ingebracht om bijna met de snelheid van het licht via een oerknal weer uit elkaar te gaan. Uit de sporen die zijn ontstaan door die oerknal kunnen we de eerste bouwstenen van onze samenleving opnieuw herkennen. Hoe deden die Neanderthalers dat toch communiceren met klanken zonder betekenis? Ik voel me vandaag niet zo lekker, een andere keer graag, of heb je vandaag ook zin om wat anders te doen dan normaal. Wat een doorzettingsvermogen, hoe vaak zal het niet mis zijn gegaan. Om het binnenste van het binnenste kenbaar te maken, even de juiste snaar te mogen raken: één verkeerde gezichtsuitdrukking en je kon een tik verwachten met die houten knots.

En nergens een zakje tomatensoep te vinden met alle ingrediënten in zes verschillende talen op de achterkant van de verpakking.

iPhone makkelijk om vante houden
Nu, tienduizenden jaren later, hebben wij al die elementaire bouwsteentjes van onze rechtsstaat, onze samenleving, al die klanken en trillingen, al die verbale daden van herkenning en waardering, verzameld in de Dikke van Dale. Neem nu een woord als dieet of smartphone. Hoe slim is dat? We laden onze iPhones met apps vol betekenis, zodat het voordeel van de MediaMarkt zich razendsnel in alle richtingen kan verspreiden. We hebben dan ook écht iets te vieren! Want we weten het zeker: het kleinste deeltje zit op de bank, achter de buis in uw eigen woonkamer, en 
in de iPhone onderweg op
de fietsmuziek. Het zit in de bomen van het Oosterpark, in de pillen van de Linnaeus Apotheek, in de nieuwste Marlene Dumasvoortbrengselen aan hedendaagse kunst, in de halvemaans-trappen van het Tropenmuseum, ja dat kleinste deeltje zit zelfs in de Bonuskaart van de Appie bij het afrekenen van de levensmiddelen aan de kassa, piep, piep, piep…

Onderzoeksresultaten
De onderzoeksresultaten worden rechtstreeks naar Spinoza gestuurd. Maar ook naar Rembrandt van Rijn, Immanuel Kant, Johann Sebastian Bach, John Locke, Karl Marx, Luther, Calvijn, Beethoven, Schopen- hauer, Friedrich Nietzsche, Søren Kierkegaard, Vincent van Gogh, Franz Kafka, Charles Darwin, Dostojevski, Sigmund Freud, Albert Einstein, Dietrich Bonhoeffer. Naar Majoor Bosshardt samen met Herman Brood, naar de Onbekende Soldaat en natuurlijk naar Pippi Langkous, want die maakt van niks alles.

Majoor Bosshardt samen met Herman Brood                                                            © Villa Felderhof

Dus werken sommige wetenschappers van het Nikhef, het Nationaal instituut voor sub- atomaire fysica, die destijds volop hebben geëxperimenteerd op dat achterafje in die wetenschapsbunker in Watergraafmeer, nu enthousiast samen met wetenschappers van het CERN in Zwitserland.

Kindervreugd
De aantrekkingskracht van dat kleinste deeltje materie 
is reusachtig. Zo heeft Martin Lewis Perl, een Amerikaans natuurkundige met experimenteel pioniers onderzoekers gedrag, er de Nobelprijs mee gewonnen. Voor de kenners: het gaat om het eerste deeltje van de derde generatie quark-leptonfamilie, ontdekt in 1976. Het bleek een nogal instabiel deeltje te zijn… #

Slalommen naar en door de Amsterdamse Vriendendienst


Myrthe

Tekst: Daan van Pagée

Wat mij voor de gesloten kerkdeuren van de Singelkerk vooral opviel, toen ik daar op Bevrijdingsdag 5 mei tussen de dak- en thuislozen stond te wachten, was de afwezigheid van stress, geklaag of ongeduldig de tijd bijhouden. Al duurde ook voor iemand van de Amsterdamse Vriendendienst de aanloop naar de vrijheidsmaaltijd wat langer dan verwacht.

Binnen in de kerk zag ik het Woord loskomen van de kansel, hemelwaarts. Via dunne draadjes hingen de losse bladzijdes tot in de nok van de kerk, mooi gesymboliseerd door de Doopsgezinde Gemeenschap en ook zonder de woorden zelf heel duidelijk te verstaan.

Yvonne Kroonenberg
Achter de preekstoel stond een bekende Nederlandse schrijfster.
 Yvonne Kroonenberg heeft iets met vrijheid, met dak- en thuislozen, met de kwetsbare mens in deze stad. Al gaat de paus volgens sommigen door voor de enige echte plaatsvervanger van Jezus Christus hier op aarde, vandaag op Bevrijdingsdag heeft Yvonne Kroonenberg het woord in de Singelkerk. Ze vertelt over de mensen in de file, op weg naar hun betaalde baan, hun eigen huis, een dak onder de zon, een vers kopje thee. En over de kille koude eenzame nacht in een verlaten stadspark. Yvonne lijkt over de eeuwige jeugd te beschikken, met de vrijheid van bewegen. Subtiel en kleurrijk gekleed toost ze, samen met alle dak- en thuislozen, op de vrijheid in de schuilkerk. 
Muziek, het vrijheidsdiner wordt opgediend en het koor ‘Soul Redemption’ zingt Bei Mir Bist Du Sein…

© ‘Soul Redemption’

De Regenboog Groep
De Amsterdamse Vriendendienst maakt deel uit van
De Regenboog Groep, die de ontwikkeling van kwetsbare mensen stimuleert zodat deze weer actief kunnen deelnemen aan de maatschappij. Ik druk op de bel van de Oranje Nassaulaan 51 voor een intakegesprek met een coördinator bij de Vriendendienst. Welkom in dit schitterende pand in de ambassadewijk van Amsterdam-Zuid. Ze vertelt over Auschwitz, over het joodse gezin Margit Weinberg, over de kinderen Gabrielle, Edgar en Rudi, en over de echtgenoot van Margit, die als enige van deze joodse familie Auschwitz heeft overleefd.

  © Joods Historisch Museum

Hun huis aan de Oranje Nassaulaan werd na de Tweede Wereldoorlog overgedragen aan de gemeente Amsterdam, ter nagedachtenis aan zijn vrouw en kinderen en om er een goed doel in onder te brengen. Nadat ze mij alle ins en outs van het vrijwilligerswerk heeft verteld, vraagt ze met uitdagende blik: ‘En waarom wil je eigenlijk zelf vrijwilligerswerk doen?…’ Tja, welke voordelen biedt de Media Markt mij?… In de bus richting Vondelpark had die ochtend niemand naar de zonsopgang gekeken, bijna niemand. Gelukkig begreep zij wat ik tussen de regels door probeerde te zeggen.

Vrijwilligersacademie
Als je vrijwilliger wordt bij de Vriendendienst krijg je een training aangeboden. Informele zorg is zorg die niet in overeenstemming is met de voorgeschreven vorm, die zich niet aan de formaliteiten houdt. Quasi-gevoelens, wat zijn dat? ‘Ik voel me zo buitengesloten…’? Maar ook onderwerpen als waarneming, je eigen valkuil onderkennen, grenzen stellen, empathie en mededogen, het komt allemaal ruim aan bod in de basistraining individuele ondersteuning van de Vrijwilligersacademie aan de Keizersgracht. Want misverstanden zijn er
al genoeg in de wereld en dat iemand je niet begrijpt of niet wil begrijpen, overkomt elk van ons wel eens. Zo vroeg ik laatst bij het Centraal Station aan de trambestuurder van lijn 5 of hij naar het Leidseplein ging. ‘Nee,’ antwoordde hij, ‘ik moet vandaag werken.’

Maatje Myrthe en Daan                                                                                     © Joke van Vlijmen

Elvis Presley
Mijn eerste ‘maatje’ heette Myrthe. Myrthe houdt van mooie dingen, en haar huis is spik en span. In haar woonkamer heeft zij een klein tafeltje met ‘alle religies’ in miniatuur, de Boeddha, een Joodse boekrol, Crucifixbeeldje, een Farao, De Koran, en ook een Totempaal, special overge- komen uit Canada. Want in elke religie zit wel wat goeds, volgens Myrthe. Op de bank twee grijzen poezen: Rakker en Rikker. En tegen het dressoir lp’s van Elvis The King: You’ll Never Walk Alone. Lijden aan het leven zelf. Wanneer alles wat je dierbaar is, verdampt lijkt te zijn. Dat kleine sprankje hoop – of is het twijfel? Een telefoontje naar de Amsterdamse Vriendendienst, in dat huis aan de Oranje Nassaulaan. Vincent van Gogh, My Dream Exhibition, het Scheepvaartmuseum, de schatkamer van het Gemeentearchief,
het Bijbels Museum, EYE’s ‘Expanded Cinema’ en het babyolifantje Mumba in Artis. Om maar een paar van onze uitstapjes te noemen.

Bij de ingang van het Diamantmuseum in de Paulus Potterstraat wijst een pijl ons de weg naar de uitgang die vandaag ook even de ingang is, dit in verband met een herinrichting. We stuiten bijna direct op een koffiecorner vol Chinezen – ‘Hebben wij weer,’ zegt Myrthe glimlachend
 maar eenmaal ‘on tour’ begint de reis door de tijd met een film over het ontstaan van diamanten. In de kleine bioscoop kleuren onze hoofden roodoranje, want diamanten ontstaan onder grote druk en op een diepte van ruim tweehonderd kilometer is het binnenste van de aarde erg heet. Verderop in het museum zien we een schitterende halsketting met meer dan honderd diamanten. ‘Prachtig gemaakt, maar ik zal ’m nooit dragen, te kitscherig,’ zegt Myrthe, die van mooie dingen houdt.

© Coster Diamonds – Pauline Willemse

Coster Diamonds
Op de bovenverdieping staat in de hal vlak bij de trap een kleine vitrinekast met daarin een microscoop. Bovenop ligt The Guinness Book of Records. Met reden, want wat met het blote oog een speldenknop lijkt, blijkt door de microscoop een schitterende briljant met 57 facetten, de kleinste ter wereld! Het laat me het hele verdere bezoek niet meer los, dit kleinste diamantje in het museum, Myrthe vraagt of het wel goed met me gaat, want ik doe zo afwezig.

De volgende dag druk ik op de bel van Coster Diamonds, een paar deuren verderop in de Paulus Potterstraat. Ik ben zenuwachtig, want ik heb nog nooit een handtekening aan iemand durven vragen. Pauline Willemse, de ‘wereldrecordhoudster kleine diamanten slijpen’, oefent een paar keer met een zwarte viltstift die ik samen met een fotolijstje voor haar handtekening heb meegenomen. Ik vraag haar hoelang ze over het slijpen heeft gedaan. ‘Drie jaar,’ vertelt ze, ‘er waren momenten van wanhoop, maar Coster Diamonds gaf me de mogelijkheid het vol
 te houden.’ En ja, ze is wel eens eerder door iemand om een handtekening gevraagd. Maar nog nooit door iemand met ook een gouden lijst. En ik? Ik ben blij dat Myrthe de Amsterdamse Vriendendienst heeft gebeld.

De Amsterdamse Vriendendiensten bestaan al ruim 20 jaar en zijn onderdeel van de Regenboog Groep. Honderden deelnemers en vrijwilligers hebben een maatje via de AV. Maar zeker nieuwe vrijwilligers zijn meer dan welkom in deze tijd waarin in alle uithoeken van de samenleving naar vrijwilligers wordt gehengeld. Bel: 020-6839260 of 06- 14934334, of bezoek: www.deregenboog.org.

Politiek en gebroken hart bij buurtlunch

Tekst: Daan van Pagée | Fotografie: Barbara van der Weiden

Daan loopt binnen in De Kraaipan voor de warme buurtlunch op donderdag. Hij is zestig en heeft een gebroken hart. Maar wie wil nog meer praten over politiek en dat soort zaken?

Mijn hart is gebroken, maar ik schuif gezellig aan tussen een groep Kraaipan bezoekers. Ik stel me netjes voor en zeg altijd u. Eet u hier wel vaker? Vraag ik aan mijn overbuurvrouw. ‘Ja, elke donderdagochtend,’ zegt ze, ‘we komen hier met een groep bijeen en daarna gaan we gezellig lunchen.’ Wat doen jullie zoal in de ochtend? ‘ Koffe drinken, muziek maken, zingen, met elkaar kletsen,’ antwoordt ze. Waar gaan die gesprekken over? ‘Over van alles en nog wat,’ zegt ze. Ook over politiek? Het blijft opvallend stil… Weten jullie al op wie je gaat stemmen in maart. Ik vraag het in het algemeen en ik hoor vooral messen en vorken klikken.

Karnemelk
Een vrijwilliger van het buurtrestaurant onderbreekt mijn poging informatie los te peuteren, met een groot dienblad vol karnemelk. Zonder enig overleg weten de bezoekers van het buurtrestaurant wat gezelligheid betekent. De gevulde karnemelkglazen worden een voor een doorgegeven. Karnemelk is niet alleen goed voor je figuur en voor een mooie huid, maar het versterkt ook de botten en darmfora. Terug naar de politiek.

Stem op jezelf
Opnieuw probeer ik de aandacht te vangen: ‘Wie stemt er de komende verkiezingen voor een democratische rechtsstaat, waarin ieder mens mee doet, rechten en plichten kent en oog heeft voor de ander?’ Ik hoor het mezelf zeggen, en het blijft opnieuw doodstil bij de donderdag- ochtendgroep. Even krijg ik het gevoel dat het om een complot gaat, een samenzwering vol geheimen. Gelukkig geeft een van de vrolijkste bezoekers uit de groep antwoord. ‘Ik stem op mezelf!’ vertelt ze enthousiast. ‘Zeker lijst één,’ antwoord ik. ‘Ja en ik stem ook op mijn familie,’ voegt ze eraan toe.

Vergeet-me-nietjes
Dan verschijnt er opnieuw een blij gezicht aan de eettafel, dit keer met een dienblad dampende groentesoep. Niet in van die lullige soepschaaltjes uit zo’n culinair sterrenrestaurant, maar royale boerenkommen knetter vol met zelfgemaakte soep, ballen, groente en vermicelli. Ook de beroepskrachten schuiven aan en zeggen: ‘Blijf het proberen, want dan kunnen de kansen keren.’ Het lukt me maar niet om antwoord te krijgen op de vraag of de deelnemers van de ochtendgroep ook naar de stembus gaan in maart 2017, dus ik vraag het nu vriendelijk aan een van de professionals. Ze kijkt me geduldig aan, de vergeet-me-nietjes zijn het ‘complot’. ‘De vergeet- me-nietjes, wat bedoel je met de vergeet-me-nietjes?’ vraag ik nieuwsgierig. ‘Het geheim is beginnende dementie,’ antwoordt ze.
 De context verandert en er blijft niks meer van de huidige politiek over. Einde woordbegoocheling en de hartelijke groeten aan intellectuele spitsvondigheden. Wat overblijft is de essentie. ‘All I’ve got is what I feel, and what I feel is what I am. Let me take you in my arms again,’ zingt de professional glimlachend in het buurtrestaurant.

Appelmoes
Het hoofdgerecht komt eraan. Kip met gebakken aardappels, sperziebonen,
en nog veel meer groenten, met onder meer een grote schaal met sla en ook nog appelmoes. De aardappeltjes zijn vanbinnen lekker zacht en van buiten krokant. Niet alleen de vergeet-me-nietjes genieten van deze bonusaanbieding van het buurtrestaurant, er zitten ook 60-plussers bij die op hun smartphone het laatste nieuws bijhouden, via de supersnelle wifiverbinding van het servicepunt Kraaipan.

Dan komt Tineke binnen, een van mijn aardigste buurtbewoners. We raken weer aan de praat en het gaat over van alles en nog wat. Ik vertel van mijn date met een beauty uit de Watergraafsmeer en mijn gebroken hart. Troostend legt ze haar arm over mijn schouder, en vraagt of ik de appelmoes even door kan geven. #

Buurt Lunch Transvaal • Servicepunt Kraaipan • Hofmeyrstraat 67 • Wan- neer: elke donderdagmiddag • Inloop: vanaf 12:00 uur • Start lunch: 12.30 uur • Kosten: 4 euro (€ 3,50 met Stadspas) • Aanmelden: uiterlijk dinsdag tot 16.00 uur • Tel. 020 460 93 00 of buurtrestaurant@dynamo-amsterdam.nl • Voor meer informatie over lekker voordelig eten, kijk ook eens op oost-online.nl onder het kopje smakelijk.

Passantenhotel

Door: Daan van Pagée | Fotografie: Joke van Vlijmen

Opeens had ik vrienden: dakloze Amsterdammers. Het gevoel van vrienden hebben had ik al eens eerder ervaren, toen ik als jongen van
achttien met mijn Suzuki de A10 op draaide. Dan hoor je er opeens bij! Al had ik maar 125 cc, voor de motorfamilie maakte dat niks uit. Een Goldwing Rider van 1200 cc begroet je in die wereld net zo makkelijk.

Passantenhotel in de Tweede                                                 Boerhaavestraat © HVO-Querido

Welke regie?
Het Passantenhotel Boerhaave is geen gewoon hotel. Een toeristenbus vol met Chinezen zal er niet stoppen. En een groep Italianen in hun trendy kleding zul je er niet ontmoeten. Net als in een gewoon hotel moet je in dit hotel in de Tweede Boerhaavestraat euro’s hebben om er te kunnen overnachten. Het grote verschil is: je moet dakloos zijn. En dat wil je niet, dakloos zijn. Om te bewijzen dat je dat wel bent, moet je ingeschreven zijn bij HVO-Querido, aan de Nieuwezijds Voorburgwal 298. Het Passantenhotel is onderdeel van deze instelling, een organisatie die mensen met een psychiatrische beperking of met sociaaleconomische problemen ondersteunt in hun streven om zelf – op- nieuw – de regie over hun leven te krijgen. Welke regie? Ik lig op mijn bed in een tweepersoonskamer van het Passantenhotel, wachtend op een nieuwe kamergenoot. Het weer in de spiegel verandert, de spiegel zelf niet. Ik hoor de kinderen zingen: ‘Advocaatje ging op reis, tiereliereliere; advocaatje ging op reis, tierelierelom… Het Passantenhotel is vroeger een lagere school geweest en dat is nog goed te herkennen aan de hoge vensterramen.

Junk, alcoholist, intellectueel
Zou mijn nieuwe kamergenoot een alcoholist zijn, getekend door tattoos? Of een junk, met de geur van Zwarte Afghaan uit de coffeeshop? Of een brave echtgenoot die samen met de vuilniszak op straat is gezet? Of zou ik mijn eerste nacht in het Passantenhotel alleen slapen, in een tweepersoonskamer? Gelukkig heb ik nog wel een postadres. Voor leuke berichtjes van familie, vrienden of de Goldwing Riders uit het verleden.

Human Highway, in het Oosterpark                                                                      © Joke van Vlijmen

Ik besluit er even tussenuit te gaan. In het Oosterpark zie ik een schoolklas met een juf. Ze doen spelletjes, wedstrijdjes, en verderop in het park Tai Chi beoefenaars onder de muziektent. Terug in het Passantenhotel duw ik nieuwsgierig de slaapkamerdeur open, om mijn kamergenoot te begroeten. Geen alcoholist. Geen geur van zweet of wiet. Geen brave echtgenoot, zo blijkt. Maar een intellectueel in een houthakkersblouse, iemand met een universitaire opleiding. Mijn kamergenoot Rutger heeft carrière gemaakt. Hij heeft in een villa in Amsterdam-Zuid gewoond en kocht zijn nieuwe BMW net zo makkelijk als een rookworst bij de HEMA. Wie heeft hier nu de regie…

Miljoen euro’s
Rutger sprak aangenaam, rustig. Niet onverschillig en overdreven, maar open en uitnodigend. De econoom was als insider bij de verzekeringsmaatschappij niet opgewassen geweest tegen de verleiding. Meer dan een miljoen euro’s had hij naar zijn eigen rekening gesluisd. Nu was Rutger ‘alles kwijt’: zijn vrouw en kinderen, zijn BMW, de villa in Amsterdam-Zuid, zijn geld, zijn bloeiende adviesbureau, zijn roem en reputatie. Rutger was een bijzondere passant in het hotel. Hij viel op door zijn vrolijkheid en verkoos in het restaurant van het hotel alleen aan een tafeltje te zitten: om van het eten te genieten. Maar ook al was Rutger alles kwijt, hij wilde voor geen goud terug naar de wereld van glitter & glamour. Hij voelde zich nu zo vrij als een vogel, in een wereld die ook bleek te bestaan.

© BMW

Rutger zat niet stil in een hoekje tussen daklozen Amsterdammers. Als vrijwilliger was hij op dinsdag de ‘directeur’ van de wasserette in het Passantenhotel. En buiten het hotel was Rutger vrijwilliger in de keuken van een inloop- huis voor dak- en thuislozen. Broodjes smeren. De afwas doen.

Roomboter of light
Het werd laat, die eerste avond in het Passantehotel. De volgende dag was Rutger alweer vroeg gevlogen. Net als in een echt hotel kun je hier rustig van je ontbijt genieten. Je hebt er de keuze uit diverse soorten kaas, vleeswaren, brood, roomboter of light, verse koffie of thee, jam en honingkuipjes. Je hoeft je niet te haasten voor een of andere bestemming. ‘Ik wil hier er nooit meer weg’, hoorde ik een hotelgast zeggen. Daar heeft de directie van het hotel wat op bedacht: maximaal zes maanden. Wel begrijpelijk dat je niet meer weg wilt. Heb je eindelijk vrienden…! #

Improviseren op het Darwinplantsoen

Improvisatiecoach Robijn Tilanus met cursisten

Tekst: Daan van Pagée | Fotografie: Wiesje Dijker

Improviseren is een van de allergrootste vreugdes in het leven vindt Robijn Tilanus. Daarbij maakt ze gebruik van muziek. Dat kan mensen energie geven, ontroeren, troosten, helen, met elkaar verbinden, gelukkig maken.

Robijn Tilanus verwierf internationale bekendheid met haar boek KWINTessens: een praktische benadering van de harmonieleer. Dit boek is ‘een uniek meesterwerk’ volgens Maarten ’t Hart in Vrij Nederland. En in Robijns ruime muziekstudio op het Darwinplantsoen zie ik onder meer een vleugelpiano, een viool, een altblokfluit, djembés, bongo’s, een marimba en een elektrische basgitaar. Hier gebeurt het, je hebt een muziekinstrument en je haalt eruit wat erin zit. Al was het maar op de tonen van ‘Er is er een jarig, hoera, hoera dat kun je wel zien, dat ben jij’.

 Vlierbessensap
Op het terras in de tuin achter haar muziekstudio staat tussen de struiken een grote Boeddha die het overzicht bewaart. En terwijl ik mijn voicerecorder aanzet om het interview op te nemen komt de muziekdocente die ook biologie heeft gestudeerd met een limonadeglas vol zelfgemaakte vlierbessensap aanzetten en een schaaltje met walnoten, cashewnoten, hazelnoten en rozijnen.

Zalf voor de ziel
‘Zeven jaar was ik toen ik met pianospelen begon,’ vertelt Robijn. ‘Het noten lezen ging mij goed af en het pianospelen zelf ook, en al snel begon ik met improviseren en zelf melodietjes componeren, maar dat werd in die tijd niet gezien als emancipatie. Ik werd niet aangemoedigd of gestimuleerd en de waardering bleef uit. Die waardering kreeg ik wel toen ik uitsluitend nog muziek speelde die door anderen gecomponeerd was. Mozart, Chopin, Bach, Beethovens ‘Adagio Cantabile’ waren zalf voor de ziel en de huiskamer zat vol trotse familie. En zo behaalde ik mijn staatsexamen klassiek piano. Rond mijn dertigste begon er iets anders in mij op te bloeien: het verlangen om niet meer uitsluitend andermans muziek te spelen. Als klassiek pianiste moest ik wel de nodige obstakels, barricades en schroom overwinnen, loskomen van gebaande wegen. Mijn eerste improvisatie klonk zo schuchter als een beginneling, maar “Ieder kind is een kunstenaar, de kunst is een kunstenaar te blijven wanneer je volwassen wordt,” zei Pablo Picasso al.’

Familiefeestje
‘Inmiddels geef ik zo’n twintig jaar improvisatieles en vele honderden cursisten heb ik zien opbloeien en gelukkig zien worden in de wereld van improvisatie,’ zegt Robijn. Naast individuele trainingen, workshops en privélessen verzorgt haar Improvisatie Academie nu als eerste in Nederland de cursus improvisatiecoach. Maar wil je met een paar akkoorden op zak toch de schroom van je afschudden op een familiefeestje, ook dan ben je van harte welkom op de Improvisatie Academie.

Voor meer informatie: impro@robijntilanus.nl, of bezoek de website www.robijntilanus.nl