Evangelisatiegebouwtje


Wanneer ik vandaag Abraham zelf mag zijn, dan is hij dolgelukkig dat hij in de Indische Buurt woont. Want daar ontmoet hij veel nageslacht van zijn zoon Ismaël. Hij kan zijn blijdschap bijna niet verbergen in Supermarkt Het Lange Mes in de Javastraat tegenover de Elthetokerk. Abraham zet zijn Ray Ban-zonnebril op om zijn waterige ogen te verbergen. Toch vloeien er rijkelijk tranen van geluk over zijn wangen wanneer hij bij de groenten- en fruitafdeling eindelijk zijn eigen zoon Ismaël terugziet. 

Fietstocht
Eerder op de dag werd Abraham al welkom geheten in dat machtige overheidsuitvoeringsorgaan van het UWV. Hij fietste trouw zijn rondje Amsterdam. Een Marokkaanse vrouw met een hoofddoek verwelkomde Abraham, hij voelde zich meteen thuis en hij heeft er koffiegedronken en WhatsApp-berichtjes verstuurd. En zo ging het de hele fietstocht door, overal familie van zijn zoon Ismaël. 

Concertgebouw
Bij het kleinste Evangelisatiegebouwtje van de stad, vlak naast het Koninklijk Concertgebouw, zet Abraham zijn fiets op slot en gaat naar binnen. Daar zit John met eeuwenlange trouw op hem te wachten en vandaag is het dan zover.

Het duistere gat
John is een afstammeling van Isaak en in het kleinste Evangelisatiegebouwtje is geen Koran te vinden, wel een boekenkast vol Bijbels. Bovendien staat de deur open vanwege het mooie weer. Dat is fijn. Hierdoor kan het straatgeluid van de Van Baerlestraat met al haar bedrijvigheid ook vriendelijk binnenkomen en John vertelt dat hij het voorrecht heeft gehad om als klein kind onder een sterrenhemel te slapen. Zijn vader had een plantage in Afrika. Hij mocht als kind meehelpen met de waterkanalen op de plantage. Als kind van elf mocht hij dan een grote steen weghalen, waardoor het water kon gaan stromen. De kleine John zag op een dag dat er in een nog droog waterkanaal een gat zat: een mierengat. Hoe kon de kleine John nu al die andere mieren waarschuwen voor een komende zondvloed? Hij pakte zijn toverstaf en veranderde zichzelf in een mier en ging nog net op tijd het duistere gat in. Het voorval is John altijd bijgebleven en zo heeft hij misschien wel duizenden mieren het leven gered.

Picknick
Terug in de Van Baerlestraat fietst Abraham met zijn Ray Ban-zonnebril weer naar de Supermarkt. Want hij moet nog inkopen doen voor de picknick in het Amstelpark, samen met een paar GGZ-vrienden. In het Amstelpark krijgt Abraham een blikje gemberbier van Arie, de man van Truus. Niet veel later vertelt Abraham over alles wat hij die dag heeft meegemaakt en dat hij moest huilen in Supermarkt Het Lange Mes omdat hij daar bij de groenten- en fruitafdeling na eeuwen en eeuwen eindelijk zijn zoon Ismaël weer had ontmoet.

Maar het kan niet altijd feest zijn en het was zo’n dag waarop niemand Abraham geloofde.