Je parelwitte tanden, je donkerbruine winterjas

De hele wereld, alles en iedereen, iedereen alles en de hele wereld mag dood, maar Titia niet, niet Titia

Nu leeft de hele wereld, alles en iedereen, en Titia is dood

Titia is de hele wereld, alles en iedereen is dood

Weg van het vaste land, de krijsende meeuwen
de krachtige wind, het zoute zeewater een lege horizon

Je was het mooist op de fiets, tegen de wind, naar West-Terschelling door de duinen en weer terug naar Oosterend. Mijn God wat was jij mooi, first Lady

Het krakende schelpenpad onder onze voeten
De zoete geur van bloezen in onze neus
De blauwe hemel, wolken pracht, de vogels in de lucht

Het strand, de avondgloed op je gezicht
Je woorden waren zacht en ingetogen
Bescheiden was je stem

Een plek om thuis te zijn
Je verdroeg de onrust in mijn geest

De bloemen in de tuin, je aandacht voor natuur

Het ritme in mijn leven, de orde die jij schiep

Jouw handschrift, mijn dyslexie
Je parelwitte tanden, je donkerbruine winterjas

Je liefde voor het voedsel, de pijnboompitten in de sla

Je liederen, je gezang, je vrolijkheid, tijdens het vouwen van de was

Jij hebt mij lief gehad met heel je wezen met alles wat je bezat

Jouw liefde spreekt, jouw Liefde spreekt!

Uitgesproken op vrijdag 13 april 2012 in uitvaartcentrum Mijnhart, Generaal Foulkesweg 50 te Wageningen.